Stichting De Noordzee monitort sinds 2018 het aantal gemeenten met beleid tegen het oplaten van ballonnen. In 2018 had slechts 5 procent van de gemeenten een verbod op ballonoplatingen. Anno 2021 heeft 56 procent van de gemeenten zo’n verbod. Daarbovenop hanteert 24 procent van de gemeenten een beleid dat gericht is op ontmoedigen van ballonnen oplaten. Dit betekent dat een ruime meerderheid van 80 procent van de gemeenten in actie komt tegen ballonnenvervuiling in zee: 282 van de 352 gemeenten. Dit meldt Stichting De Noordzee.
“We zien de afgelopen jaren een gigantische ommezwaai,” vertelt Marijke Boonstra, projectleider Schone Zee bij Stichting De Noordzee. “Bijna iedereen heeft vroeger weleens een ballon opgelaten. Maar het is duidelijk niet meer van deze tijd. Zelfs gemeenten zonder ballonoplaatbeleid geven aan dat ze geen verbod meer overwegen omdat het probleem simpelweg niet meer speelt en een verbod dus niet nodig is. Samen met bevlogen burgers en vrijwilligers, andere natuurorganisaties en de gemeenten hebben we het tij kunnen keren. Heel goed nieuws voor de Noordzee!”
Belangrijke stappen voor een schone zee
In 2016 rapporteerde TNO dat er naar schatting een kwart miljoen ballonnen in de Noordzee belandden. Het oplaten van ballonnen heeft een negatieve impact op natuur en milieu. Elke ballon die de lucht in gaat, komt weer naar beneden. Zeezoogdieren, vogels en vissen zien de ballonnen aan voor voedsel en raken verstrikt in de ballonlinten. Ook dragen ballonnen bij aan de plasticsoep. Ook zogenaamde ‘biologisch afbreekbare’ ballonnen blijven lang in het milieu rondzwerven en hebben daar hetzelfde effect als andere ballonnen.
Uit het rapport Goed op weg naar een schone Noordzee dat Stichting De Noordzee eerder dit jaar publiceerde blijkt dat ballonresten en -linten na jaren zijn verdwenen uit de top vijf van meest gevonden strandafval. “Dit stemt ons erg hoopvol,” vertelt Boonstra. “Wij blijven met ons strandafvalonderzoek monitoren of de maatregelen effectief zijn. En het zou prachtig zijn als onze buurlanden kunnen leren van dit succes. Want ballonnen houden zich niet aan landsgrenzen.” In oktober organiseert Stichting De Noordzee een webinar over de aanpak van ballonnenvervuiling voor natuurorganisaties en andere geïnteresseerden in het buitenland.
Dankzij jarenlang campagnevoeren
De ommezwaai komt niet uit het niets. In 2014 startten Stichting De Noordzee, de Plastic Soup Foundation en Vereniging Kust & Zee de campagne “Die Ballon Gaat Niet Op”. De focus van die campagne was gericht op het stoppen van grootschalige ballonoplatingen op Koningsdag, de dag waarop traditioneel veel ballonnen werden opgelaten. De organisaties en veel enthousiaste vrijwilligers riepen Oranjeverenigingen, bedrijven en gemeenten op om met ballonoplatingen te stoppen. De campagne was succesvol: veel gemeenten, scholen, bedrijven en Oranjeverenigingen stopten met het oplaten van ballonnen op Koningsdag. Uiteindelijk besloot ook de Oranjebond in 2018 om het oplaten van ballonnen op Koningsdag officieel te ontmoedigen.
Ballonnen oplaten ontmoedigen
In 2014 werd ook een motie van de Partij voor de Dieren aangenomen waarin werd opgeroepen om ballonoplatingen te ontmoedigen. De uitvoering hiervan werd door de Tweede Kamer bij de gemeenten neergelegd. Tussen 2014 en 2018 had slechts 5 procent van de gemeenten een verbod ingesteld. 76 procent van de gemeenten had toen verbod noch ontmoedigingsbeleid. Daarom lanceerde Stichting De Noordzee in 2018 de landelijke Ballonnenmonitor om gemeenten aan te sporen deze motie op te volgen
Ballonnen oplaten: Welke gemeenten verbieden en ontmoedigen het?
Lees ook: Noordzee: kwart minder strandafval dan tien jaar geleden